De ECB heeft het plafond voor noodsteun aan de Griekse banken opgehoogd met 900 miljoen euro.

Dat zei Mario Draghi, de president van de Europese Centrale Bank (ECB), tijdens zijn maandelijkse persconferentie. Dit betekent waarschijnlijk dat de Griekse banken over niet al te lange tijd weer open kunnen.

De steun, de zogenaamde ELA (Emergengy Liquidity Assistance), was opgeschort omdat er onzekerheid bestond over de toekomst van Griekenland in de eurozone. Maar nu zijn er volgens Draghi “voldoende positieve signalen” om de noodsteun aan de banken, die loopt via de Griekse centrale bank, weer te hervatten.

De ministers van Financiën van de eurolanden kwamen eerder donderdagmiddag overeen dat er brugfinanciering komt voor Griekenland, waarmee het akkoord dat maandagochtend werd gesloten vorm begint te krijgen. Er wordt 7 miljard euro uit het EFSM gehaald, een noodpotje van de EU.

Als Griekenland dat geld krijgt, kan het aanstaande maandag een aflossing van 3,5 miljard bij de ECB doen. Dat geeft de ECB weer de  ruimte om de Grieken van cash te voorzien. Als die aflossing namelijk was gemist, dan was Griekenland een wanbetaler geworden en had de bank geen steun meer mogen geven.

Schuldreductie noodzakelijk

Draghi wilde tijdens zijn conferentie niet te ver ingaan op de inhoud van het akkoord met Griekenland, maar stelde opvallend genoeg wel dat "niemand twijfelt aan de noodzaak van schuldreductie".

Daarmee begeeft de president van de ECB zich op gevoelig terrein. Want hoewel er in het akkoord dat maandag door de politieke leiders van de eurolanden is gesloten wel wordt gerept over schuldreductie, bestaat er in bijvoorbeeld Duitsland nog altijd veel verzet tegen elke vorm van kwijtschelding. Maar volgens Draghi moet de discussie niet gaan óf er schuldreductie komt, maar "gaat het om de manier waarop we die moeten vormgeven binnen onze wettelijke kaders".

Draghi verwierp het verwijt dat de ECB verantwoordelijk was voor het feit dat de Grieken de afgelopen weken niet meer konden pinnen. "Wij hebben de Griekse banken van voldoende liquditeit voorzien. " In juni, toen er volgend Draghi in totaal 8,1 miljard euro door de Grieken van de bank is gehaald, steunde de ECB de Griekse banken met meer dan 10 miljard euro.

Hij benadrukte dat de ECB inmiddels 130 miljard euro heeft uitstaan in Griekenland en dat dat bedrag inmiddels hoger is dan de 120 miljard euro die Griekse consumenten en bedrijven op hun rekeningen hebben staan.

Rest van Europa

Mario Draghi herhaalde in zijn persconferentie nog dat de ECB bereid is alles uit de kast te trekken als de monetaire situatie daarom vraagt. Het is echter op dit moment niet nodig om nog meer te doen dan nu al wordt gedaan.

De inflatie, die de ECB bij voorkeur iets onder de 2 procent houdt, is in de Eurozone nog altijd erg laag met 0,2 procent. Dat is zelfs een tiende procentpunt lager dan in mei. De ECB verwacht dat de inflatie mede vanwege de lage olieprijs laag blijft in 2015, "maar in 2016 geleidelijk zal toenemen".

De Europese Centrale Bank liet daarom het belangrijkste rentetarief net zoals de afgelopen maanden gelijk op 0,05 procent. Dat is het tarief waartegen banken geld kunnen lenen bij de centrale bank, en dat de basis vormt voor de rentes die banken weer doorberekenen aan consumenten en bedrijven. Banken blijven rente betalen als ze geld aanhouden op hun deposito bij de ECB. Dat percentage bleef -0,2 procent.

Ook de geldpers blijft voorlopig aan staan. Elke maand koopt de centrale bank voor 60 miljard euro aan staatsleningen en ander schuldpapier op en pompt op die manier geld in de markt. Door economen wordt dit kwantitatieve verruiming, in het Engels Quantative Easing genoemd. Afgesproken is dat de ECB met het opkopen doorgaat tot september 2016 wanneer er 1.140 miljard euro is ‘bijgedrukt’.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl